Antonissen Frans Ferdinand
Naam: Antonissen Frans Ferdinand
Geboren te: Turnhout
Geboren op: 1897-01-25
Overleden te: Westrozebeke
Overleden op: 1918-09-28
Burgerlijke stand: ongehuwd
Laatst gekend adres: Turnhout, Kruishuisstraat 95
Beroep: diamantslijper
Franciscus Ferdinandus ANTONISSEN was het achtste kind uit het tweede huwelijk van fabrieksgast Joannes Baptista ANTONISSEN (°Turnhout 12-05-1853). Joannes Baptista was op 23-06-1877 voor het eerst gehuwd in Turnhout met kantwerkster Joanna DRIESEN (°Turnhout 17-02-1856). Ze woonden op de Graatakker nr. 438 en kregen er drie kinderen: Maria Theresia (°25-03-1878), Maria Christina Melania (°29-05-1881) en Franciscus (1) (°Turnhout 11-10-1883). Joanna DRIESEN overleed op 09-01-1885, geen 29 jaar oud, in het Gasthuis van Turnhout aan ‘longtering’. Op 13 mei 1885 worden de twee meisjes als weeskind opgenomen in het Sint-Petrus Godshuis op de Warandestraat nr. 769. (De Wezenstraat is vernoemd naar dit voormalige weeshuis.) Vader ANTONISSEN en Franciscus wonen dan op de Lindekens nr. 353.
Weduwnaar Jan Baptist ANTONISSEN hertrouwt op 11-09-1885 in Turnhout met kantwerkster Maria Catharina Philomena MALFET (°Turnhout 24-02-1858). Zij woonde voor ze huwde in bij haar ouders op de Veldstraat nr 517 in Turnhout met haar onwettige dochter, Maria Melania MALFET (°09-10-1881). Vanaf 22-09-1885 woont het nieuw samengestelde gezin op de Vianen nr. 450.
Hier worden vier kinderen geboren: Catharina Josephina (°22-04-1886/+24-06-1886, 2 maanden oud van ‘stuipte’), Adriana Josephina (°31-03-1887/+03-12-1888, 20 maanden oud van ‘afgang’), Franciscus (2)(°20-09-1888/+aan het Kruishuis, 03-06-1896, 7 jaar en 9 maanden oud) en Jacobus (°18-05-1890). In die periode overlijdt Franciscus (1)(uit het eerste huwelijk) op 09-05-1887, 3 jaar en 7 maanden oud aan ‘mazelen’. De twee meisjes uit het eerste huwelijk komen vanaf 10-11-1887 weer bij hun vader wonen.
Rond 1890 is Joannes Baptist ANTONISSEN met zijn gezin verhuisd naar het Kruishuis. (Eigenaardig is dat op de overlijdensakten van Franciscus (1) (+09-05-1887) en Adriana Josephina (+03-12-1888) vermeld staat dat ze in het Kruishuis overleden zijn). Op de Kruishuisstraat nr. 71 worden de volgende vijf kinderen geboren: Cornelius Franciscus (°30-01-1893), Coleta Maria (°12-03-1894), Augustinus Franciscus (°24-09-1895), Franciscus Ferdinandus (°in de Patriottenstraat, woont op Kruishuis nr. 71, 25-01-1897), Josephus (°27-08-1898/+aan den IJzerenweg, 18-02-1902, 3 jaar en 5 maanden oud) en Anna Maria (°aan het Kruishuis, 03-01-1900/+aan den IJzerenwegstraat, 20-02-1902, 2 jaar oud). Het gezin woont dus in 1902 aan de IJzerenwegstraat in Turnhout.
Ondertussen is Maria Theresia (de oudste dochter) al twee keer naar Antwerpen vertrokken: op 13-02-1894 en op 05-09-1895.
Op 10-11-1899 wordt Maria Mathildis ANTONISSEN geboren op Kruishuis nr. 71, een onwettige dochter van Maria Christina Melania ANTONISSEN; op 20-08-1900 wordt ze erkend en gewettigd als haar moeder huwt met Franciscus DIERCKX. Coleta Maria huwt op 18-08-1913 met Joannes Aloysius Victor CORNELISSEN, Augustinus Franciscus op 19-01-1914 met Maria Elisabeth VERHOEVEN en Jacobus op 11-05-1914 met Maria Josephina WOUTERS, alle drie in Turnhout.
Franciscus Ferdinandus ANTONISSEN was voor de oorlog diamantbewerker/diamantslijper van beroep; hij was ongehuwd en woonde bij zijn ouders in Turnhout.
Na de oorlog wonen de ouders in de Duinenstraat nr. 8 in Turnhout.
Franciscus Ferdinandus ANTONISSEN zou gezien zijn geboortejaar 1897 van de lichting 1917 zijn, maar trad op 15 of 16 november 1914, slechts 17 jaar oud, in dienst van het Belgische Leger als oorlogsvrijwilliger 1914. Hij is 1,69 m groot en heeft kastanjebruin haar. Hij wordt eerst naar een opleidingskamp van de 2de Legerdivisie (C.I. 2 D.A.) gestuurd in Frankrijk, het was niet te achterhalen waar precies, op dat ogenblik zijn er drie: in Honfleur, in Villier-le-Sec en in Sommervieu, alle drie in Normandië. Daar krijgt hij zijn basisopleiding tot infanterist tot hij op 23-04-1915 naar het front gestuurd wordt. Hij is als soldaat 2de klas ingedeeld bij het 11de Linie, 3de bataljon met stamnummer 111/63453; vanaf 01-10-1917 behoort hij daar tot de 9de Compagnie.
Het 11de Linie vormt samen met het 31ste Linie de 11de gemengde brigade die in de 3de Legerafdeling strijdt. Als Frans Ferdinand ANTONISSEN het 11de Linie vervoegt bevindt het regiment zich al in de loopgraven aan de IJzer. Drie jaren doorgebracht onder den grond, in ’t water, in ’t slijk, in de koude van eindelooze nachten aan de IJzer in Diksmuide; in Merkem verdedigt het 11de Linie een kilometer modder en schier niet-bestaande loopgraven tot op 17 april de aanval losbreekt: Het 11de Linie, verhakt door het schroot, doet een tegenaanval en drijft de vijand terug in zijn linies. Op 28 september 1918 is het de aanval op de bergkam van Vlaanderen. Het 11de, tusschen het 9de en het 12de, vertrekt te 5 uur ter verovering van den Stadenberg. Het 12de wordt tegengehouden aan den zoom van het Bosch van Houthulst. Men moet wachten, den nacht doorbrengen onder het bombardement. Den 29ste, te 6 uur, herbegint de aanval. De Flandernstellung wordt bereikt. Te 4 uur, stormloop. De kam van den Stadenberg wordt veroverd. Helaas! 71 dooden en 270 gekwetsten zijn de prijs van die overwinning. (geciteerd uit het verslag van Reservekapitein-commandant Billiet in het Guldenboek der Vuurkaart)
Op 28 september 1918 heeft er een hevig gevecht plaats in Vijfwegen, een gehucht op de grens van de gemeenten Staden en Langemark-Poelkapelle. Op loopafstand ten noordwesten ligt het Bos van Houthulst. Tijdens dit gevecht wordt Franciscus Ferdinandus ANTONISSEN gedood door obusscherven in Schaephalie (?? – volgens één document in zijn militair dossier), in Stadenberg of in Vijfwegen. Hij wordt ter plaatse begraven op 2 oktober 1918, 500 m ten noorden van kilometerpaal 6 van de weg Langemark-Poelkapelle, ter hoogte van de hoeve ‘Goed-ten-Westen’. Dit graf werd tot vandaag niet teruggevonden.
Op 31-01-1924 wordt door de rechtbank van Turnhout uitspraak gedaan over zijn overlijden. In het vonnis staat dat hij overleden is in Westrozebeke. De overlijdensakte wordt toegevoegd aan de registers van de burgerlijke stand van Turnhout.
Frans Ferdinand ANTONISSEN was 3 jaar, 5 maanden en 5 dagen in frontdienst. Hij heeft dus recht op 5 frontstrepen (de eerste frontstreep kreeg je na een volledig jaar frontdienst, de volgende na telkens 6 maanden).
Op 7 november 1920 vraagt zijn vader Jan Baptist ANTONISSEN (hij is dan werkloos) de strijdersbegiftiging aan bij het V.O.S. te Turnhout. Hij laat de formulieren tekenen door zijn zoon Jacobus.
De berekening van het Ministerie van Landsverdediging houdt rekening met 42 maanden frontdienst (aan 75 frank/maand = 3150 frank) en 5 maanden dienst achter het front (aan 50 frank/maand = 250 frank). Nadat de familiebegiftiging van 300 frank die de familie al ontvangen heeft is afgetrokken, rest voor de nabestaanden 3100 frank.
Franciscus Ferdinandus ANTONISSEN kreeg de volgende onderscheidingen: Het Oorlogskruis (K.B. 14-02-1917; aan hemzelf uitgereikt op 11-03-1917 en aan zijn vader op 12-10-1919 te Turnhout) en postuum: Ridder in de Orde van Leopold II met palm (K.B. 18-09-1920) aan zijn vader uitgereikt op 23-04-1920. De Herinneringsmedaille en de Overwinningsmedaille werden hem uitgereikt op 11-10-1919.
http://www.genealogieturnhout.be/Databank
geneanet
militair dossier
http://wo1dudzele.brugseverenigingen.be/ALGEMENEINFOWO1
https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=1328
https://files.warveterans.be/pdf/A1/409.PDF
https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=603F05AE-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030
http://guldenboek.yser.eu/html/guldenboek/3e_legerdivisie_11e_linie.html
https://www.kempenseklaprozen.be/noorderkempen/soldaten/antonissen–frans-ferdinand#tabs4