SCHURMANS Josephus

Datum indiensttreding

7 december 1915

Stamnummer

1366

Graad

Soldaat 2kl oorlogsvrijwilliger

Regiment

Eerst 10  linie, later 20 linie, 1^ste bataljon, 12^de compagnie (12/I/20)

Militaire loopbaan

29 november 1915 vertrekt via Nederland naar de geallieerde sector

7 december 1915 – 15 april 1916: in opleiding in het CI d’Auvours

16 april 1916 – 24 mei 1916: bijkomende opleiding in Centre d’instruction de Mitrailleurs (C.I.M.), Criel-sur-mer

25 mei 1916: in actieve dienst bij het 10^de linieregiment

1916 :
25 mei tot 20 maart 1917 Sector Ramskapelle 

Op 27 december 1916 wordt het 10^de linieregiment ontdubbelt in het 10^de  en 20^ste linieregiment. Vanaf die dag maakt Josephus deel uit van het 20^ste linie.
15 mei tot 6 juli 1917 Sector Het Sas-Steenstrate 
17 juli tot 26 november Sector Merkem, ondersector Luyghem 
5 december tot 1 februari 1918 Sector Merkem, ondersector Bikschote 
1918 :
27 maart tot 29 mei Sector Boezinge & Elverdinge 
28 juni tot 28 september Sector Nieuwekapelle, zone Diksmuide

28 september 1918: sneuvelt bij kasteel De Blankaart in Woumen bij Diksmuide, door een mitrailleurkogel in de buik

Onderscheidingen

Kruis van  ridder in de orde van Leopold II en oorlogskruis: beide toegekend op 2 september 1922.

Gevechten waaraan deelgenomen

Bevrijdingsoffensief (28 september – 11 november 1918), gevecht bij kasteel Blankaart (28 september 1918).

Het kasteel nabij de Blankaartvijver  wordt gedurende WOI door de Duitsers bezet. Pas tijdens het Eindoffensief kunnen de Belgen het kasteel opnieuw heroveren. Het begin van het Eindoffensief voor de Legergroep Vlaanderen is gepland op 28 september 1918, om  05.30u in de morgen. De Belgische aanvalssector loopt van “Het Wieltje” (Sint-Jan) tot aan de “Hoge-brug” (Diksmuide) en is in drie opgedeeld, respectievelijk voor de Groepering Zuid (van “Het Wieltje” tot Langemark), de Groepering Centrum (van Langemark tot Mangelare) en Groepering Noord (van Mangelare tot aan de Blankaart). Tussen de Blankaartvijver en de Hoge Brug staat de 4de infanteriedivisie nog eens in voor een afleidingsopdracht. De 10de infanteriedivisie (met het 20ste, 13de en 19de Linieregiment) moet de bewuste morgen door een nauwe engte van amper 800m, tussen de inundaties van de Blankaart en de noordgrens van de 1ste infanteriedivisie door, om dan te ontplooien. Daar waar de Duitse reactie tegen de andere divisies bijna nihil is, worden de manschappen van de 10de infanteriedivisie onmiddellijk het doelwit van de Duitse artillerie en mitrailleurs. Bovendien komen die manschappen rechtstreeks van hun rustkantonnement nabij Izenberge, wat betekent dat ze een pijnlijke mars van ca 20km ondernomen hebben, met al het materieel dat ze zelf moeten dragen.

(Bron: Gedenkmuur voor de bevrijding van de Blankaart (Woumen – WOI), https://inventaris.onroerenderfgoed.be/woi/relict/245.)

Andere gegevens

3 frontstrepen

In februari 1922  vraagt zijn vader de vergoeding van het strijdersfonds aan.

Op 9 mei 1921 berekent het ministerie van defensie het bedrag van het strijdersfonds. Voor de 29 maanden aan het front en de 5 maanden in opleiding heeft hij recht op 2.425 frank strijdersbegiftiging. Omdat hiervan 300 frank familiebegiftiging wordt afgetrokken, hebben de nabestaanden na de oorlog nog recht op 2.125 frank.