Vindevogel Marcus
Naam: Vindevogel Marcus
Geboren te: Hoogstraten
Geboren op: 1893-05-02
Overleden te: Doornik
Overleden op: 1970-01-01
Burgerlijke stand: Gehuwd
Laatst gekend adres: Hoogstraten, Rue de la Citadelle Prolongé 190, Tournai
Beroep: Metser
Op dinsdag 2 mei 1893 kwam Marcus als derde zoon in het gezin Vindevogel ter wereld. Vader Karel Vindevogel (24/8/1851) en moeder Anna Francken (22/10/1856) hadden al 2 zonen: Domien (22/10/1879) en Jozef (24/9/1893). 2 jaar na de geboorte van Marcus maakt Frans (18/2/1895) de jongensbende compleet.
Alle 4 kiezen een verschillende loopbaan: Domien trekt naar de fabriek, Jozef gaat voor het vak van Timmerman en Frans wordt sigarenmaker. Marcus zelf kiest voor het vak van metser.
Marcus groeit op tot een blonde, blauw-ogige kerel van 1,64m.
Na de oorlog huwt hij op 23/10/1919 met Maria Smeyers. Net geen jaar later wordt hun enige dochter Maria Ludovica Philomena (10/9/1920) geboren.
Begin maart 1921 verlaat het gezinnetje de Noorderkempen om zich op 3 maart van datzelfde jaar in Doornik in te schrijven.
En daar eindigt het verhaal. 19 jaar later loopt nazi Duitsland België weer onder de voet. Tijdens deze 18-daagse veldtocht vat het gemeentehuis van Doornik vlam en brandt quasi volledig uit. Alle info van voor mei 1940 is verloren gegaan. We zullen dus nooit weten of en hoe Marcus zijn leven na de hel in de loopgraven terug vorm heeft gegeven.
Marcus moet als milicien in 1913 naar “den troep”. Over zijn legerdienst is weinig bekend. Enkel dat hij een straf oploopt omdat hij voor geld met de kaarten op zijn kamer speelde. Het kost hem 8 dagen kwartierarrest.
Bij het uitbreken van de oorlog (1/8/1914) keert Marcus terug naar de 1 Karabiniers. Tijdens de eerste helse oorlogsmaanden raakt hij op 12/9/1914 in Werchter voor een eerste maal gewond. Zijn eenheid maakte toen deel uit van de eerste grote uitval van het Belgische leger uit de nationaal redoute Antwerpen. Hij wordt naar het “Krijgsgasthuis Antwerpen” geëvacueerd en zal de terugtrekking naar de Yzer als gewonde meemaken. Uiteindelijk keert hij op 3 april 1915, de dag voor Pasen, naar zijn eenheid terug. Net op tijd om de zware gevechten rond Drie Grachten mee te maken.
Een week later 11 april, op beloken Pasen, loopt het fout. Samen met 8 kameraden van zijn eenheid (4/IV) weigert Marcus om naar de “tranchées” terug te keren. Weer een week later herhaalt het scenario zich. Hebben de bloederige gevechten van Pasen bij Drie Grachten zulke diepe sporen nagelaten? Op 5 mei wordt het groepje gearresteerd en dienen zij voor de krijgsraad te velde van de 6 DA te verschijnen. Deze bestaat uit een majoor-voorzitter, een burgerlijke rechter, 2 kapiteins, een luitenant, de militaire auditeur en een griffier. De raad spreekt zware straffen uit: 1 man krijgt als aanstoker de doodstraf (omgezet in levenslang), een ander 20 jaar gevangenisstraf en 2 kerels mogen 5 jaar brommen. Marcus loopt samen met 4 anderen een straf van 10 jaar gevangenis op. Hij vertrekt na de uitspraak naar de militaire gevangenis.
Net geen jaar later mag hij deze op 20/4/1916 verlaten en wordt Marcus in de rehabilitatie-compagnie van de 6 DA ondergebracht. Hij dient heropgevoed te worden. Het leger heeft immers nood aan soldaten.
Op 2 oktober van datzelfde jaar is hij goed genoeg bevonden om naar zijn vroegere eenheid terug te keren. Af en toe verplaatst men Marcus nog naar een eenheid Hulptroepen (is dit nog een gevolg van zijn opgelopen straf?), maar het merendeel van de tijd blijft hij bij de 1 Karabiniers.
Met dit regiment gaat hij tijdens het Bevrijdingsoffensief mee “over the top”. Op 15/10/1918 raakt Marcus in Ingelmunster voor een tweede maal gewond. Hij wordt geëvacueerd en komt uiteindelijk in het King Albert n°3 Hospital in Londen terecht. Daar zal hij het einde van de oorlog ook meemaken. Voldoende herstelt Marcus vanaf 1 juli 1919 nog in een “Depots des Invalides de guerre” waar hij op 30 september van dat jaar met onbeperkt verlof wordt gestuurd.
Op 1 oktober 1922 krijgt hij als gewonde oud-strijder op 29-jarige leeftijd het statuut van gepensioneerde waar een jaarlijks bedrag van 900 BEF aan verbonden is. Het op 16/1/1922 opgestelde medisch verslag vermeldt dat Marcus 2 vingerkootjes aan zijn rechterwijsvinger kwijt is, zijn rechter pink mist hij ook en de bewegingen van zijn rechter ringvinger zijn gelimiteerd. Volgens zijn aanvraag bij het Strijdersfonds is hij voor 25% “invalied”.
Ondertussen heeft de Krijgsraad hem op 15/4/1918 gerehabiliteerd.
Marcus is de “troste” bezitter van het Oorlogskruis, 5 frontstrepen en 2 wondstrepen.
Bevolkingsregister stad Hoogstraten 1910
Archief Burgerlijke stand stad Hoogstraten 1893
Militaire dossier M. Vindevogel
Vonnis Krijgsraad te Velde van de 6 DA dd 15/5/1915, inventarisnummer 1385, dossiernummer 523
Erfgoedbank Hoogstraten
Het verhaal van aalmoezenier De Wyels, A. Gysel & dom W. Verleyen OSB, Lannoo, 2012, p. 43 -50