Bergé Willem Lodewijk Maria

Bergé Willem Lodewijk Maria

Naam: Bergé Willem Lodewijk Maria

Geboren te: Hoogstraten

Geboren op: 1896-05-19

Overleden te: Diksmuide

Overleden op: 1916-05-03

Burgerlijke stand: ongehuwd

Laatst gekend adres: Hoogstraten, Moleneinde 105 te Hoogstraten

Beroep: timmerman

Willem Lodewijk Maria BERGé was het jongste kind van timmerman/meubelmaker Frans Antoon BERGé (°Hoogstraten 12-04-1859) en huisvrouw Cornelia VERBEECK (°Weelde 01-05-1854). Frans Antoon en Cornelia huwen op 1 juli 1885 in Weelde en krijgen samen zes kinderen, allemaal geboren in Hoogstraten: Maria Elisabeth (°01-05-1886), Maria Cornelia Antonia (°24-02-1888), Maria Theresia Stephania (°27-02-1890), Jacob Frans Jan (°14-08-1892), Josephien Maria (°20-12-1894/+1895) en Willem Lodewijk Maria (°19-05-1896). Reeds voor het begin van de oorlog verlaten de 3 dochters de ouderlijke woning. Maria Elisabeth vertrekt in 1904 naar Boom. In datzelfde jaar verhuist Maria Theresia naar Antwerpen. In 1906 gaat Maria Cornelia bij Maria Theresia inwonen. Een jaar later huwt ze met Cornelis Maurits.

Was het om het voorbeeld van zijn broer Jaak te volgen of om zijn broer Jaak te wreken die al gesneuveld was? Willem Lodewijk Marie BERGé zou pas in 1916 opgeroepen worden voor zijn dienstplicht, maar engageerde zich al op 21 mei 1915 als beroepsvrijwilliger bij het Belgische Leger. Op zich is dit al bijzonder: hij woonde in bezet gebied en kon dus waarschijnlijk net voor het onder stroom zetten van de Dodendraad via Nederland in Baarle-Hertog dienst nemen. Vanaf 24-07-1915 staat de hele draad onder een continue spanning van 2000 Volt. Op 22 mei is hij al in een ‘Centre d’Instruction’ in Noord-Frankrijk om de basisopleiding van infanterist te krijgen. Op 22 oktober 1915 wordt hij naar het front gestuurd en sluit als soldaat 2de klas aan bij het 8ste Linie, 4de bataljon, 2de of 14de compagnie met stamnummer 108/59192. Het 8ste Linie vormde in de eerste oorlogsjaren samen met het 28ste Linie (een ontdubbeling van het 8ste) de 8ste gemengde brigade die in de 4de Legerdivisie vocht. Na de val van vesting Namen waren de troepen gedecimeerd en werden aangevuld met oorlogsvrijwilligers.

Als Willem Bergé op 22 oktober 1915 deze eenheid vervoegt, zijn ze in de Westhoek actief, vooral in het noordelijke deel van het IJzerfront. Van 2 december 1915 tot 10 mei 1916 bezet zijn regiment de sector Diksmuide, maar vanaf 16 december 1915 wordt Willem voor anderhalve maand gedetacheerd naar de Pioniers van het 2de Geniebataljon (batallion de génie divisionnaire) van de 4de legerdivisie, waarna hij het 8ste Linie weer vervoegt. Op 3 mei 1916 worden Willem en een van zijn strijdmakkers in een verbindingsloopgracht ter hoogte van de beruchte Dodengang (op het grondgebied van Kaaskerke) verrast door artillerievuur. Ze worden allebei geraakt, zijn makker krijgt bomscherven in het hoofd. In het verslag van de nacht van 3 op 4 mei is er sprake van ‘1 tué par balles de fusil’ tijdens werken aan een ‘poste mitrailleuse’ in de ‘bayou franco-belge’. Gaat het hier over Willem Bergé? Misschien wel, in ieder geval voor hem komt alle hulp te laat. Hij bezwijkt aan zijn kwetsuren nog voor hij naar een hulppost kan geëvacueerd worden. (Zijn makker overleeft de oorlog.)

Willem Lodewijk Marie BERGé wordt op de begraafplaats van Adinkerke begraven in graf nr. 1243, later op 25 maart 1925 krijgt hij graf nr. 1413 op de Belgische Militaire Begraafplaats op de Heldenweg in Adinkerke.

Postuum krijgt Willem op 22-04-1917 de onderscheiding van Ridder in de orde Leopold II met Palm en het Oorlogskruis met palm op 05-05-1917 (K.B. dd 20-04-1917).

Door zijn 8 maanden dienst aan het front en 5 maanden achter het front, hebben zijn nabestaanden recht op 850 frank, maar omdat de 300 frank familiebegiftiging die ze al ontvangen hebben, hiervan wordt afgetrokken, zullen ze slechts 550 frank van het Strijderfonds krijgen. Niet zonder moeite: Van 1923 tot 1925 moet zijn zus Antoinette in naam van de ouders nog verschillende keren een verzoekschrift indienen bij de minister van Landsverdediging om de achterstallige soldij van haar broer uitgekeerd te krijgen.

Het is niet duidelijk of zijn overlijdensakte opgesteld werd in Kaaskerke of in Adinkerke, zijn overlijden wordt bevestigd bij vonnis op 20-03-1924 en doorgestuurd naar de gemeente Hoogstraten om bij te schrijven in de registers van de burgerlijke stand.

Zijn oudere broer Jacob BERGé (°Hoogstraten 14-08-1892) sneuvelde ook tijdens de eerste wereldoorlog. Hij overleed reeds te Namen op 03-10-1914.

Beide broers BERGé staan op het oorlogsmonument aan de Sint-Katharinakerk te Hoogstraten.

https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=2921
https://files.warveterans.be/pdf/A4/1583.PDF
https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=603EDD95-297B-11D2-B12B-BE2CDE1F7030
http://www.bloggen.be/jongensvanbijons/
bidprentje op: http://www.heemkundewalem.be/cms/index.php/component/content/article/7-bidprentjes/25-bidprentjes-os

Bevolkingsregister 1910

Archief Burgerlijke stand 1896

Militieregister

Dagverslagen II Genie, compagnie Pionier dd 3/5/1916 en 4/5/1916

www.dodendraad.org