Maes Josephus Jacobus

Josephus Jacobus MAES was van de lichting 1914 en trad in dienst van het Belgische leger op 21-09-1914. Hij werd meteen naar het Opleidingskamp in Caen-en-Sommerville gestuurd waar hij de basistraining tot infanterist kreeg tot 15-10-1914. Na een periode van bijna 4 maanden dienst achter het front wordt hij op 2 februari 1915 naar het front gestuurd en behoort daar tot het 6de Linieregiment, 4/3 bataljon, 15de compagnie. Hij heeft het stamnummer 106/1636.

Het 6de Linie vormde samen met het 26ste Linie de 6de gemengde brigade die vocht in de 2de Legerdivisie. Begin februari 1915 bevinden ze zich in de sector Lo, vanaf maart 1916 in de sector Steenstrate. Op 6 december 1916 wordt besloten het 6de Linie te ontdubbelen en zo ontstaat het 16de Linie waartoe Joseph MAES vanaf 01-01-1917 behoort met stamnummer 116/1636. Hij is daar ingedeeld bij het 2de bataljon, 7de compagnie. Ze strijden achtereenvolgens in de sectoren Diksmuide, de sectoren Ramskapelle, Pervijze en Stuivekenskerke en de sector Boezinge, Merkem en in het eindoffensief. De datum voor de aanval die het bevrijdingsoffensief zou inzetten, werd vastgelegd op 28 september 1918. De troepen verlangden naar hun geliefden, hun thuis en de vrede. Ze hadden genoeg van de angst en ontberingen, het verdriet om de geofferde dierbaren, hun verdronken jeugd in het moeras van de IJzer, de verminkingen en ziektes. De Belgische frontlijn werd gescheiden van de Duitse stellingen door een kapot- en kaalgeschoten moerassig niemandsland. De Duitsers hadden een sterk uitgebouwd verdedigingssysteem uitgewerkt die bestond uit ‘Stellungen’, talrijke bunkers naast elkaar die een muur vormden. De vijandelijke artillerie en mitrailleurs vuurden met een fel geweld en richtten zo een gruwelijke slachtpartij aan. Lichamen werden omhoog gestuwd en ploften enkele meters verder op de grond neer. Maar om 5u30 werd door de Belgen tussen Ieper en Diksmuide de massale infanterieaanval opgestart; de officieren en onderofficieren sprongen recht en de soldaten volgden hun voorbeeld. Op de tweede aanvalsdag probeerde de Belgische infanterie vanaf 6 uur ’s morgens verder op te rukken, vooral de hoogtes die ze een dag eerder niet hadden kunnen innemen, wilden ze veroveren. Op zondag 29 september 1918 werd Moorslede veroverd op de Duitsers door het 3de bataljon van het 16de Linieregiment, met ruggensteun van onderdelen van andere regimenten. Maar Josephus Jacobus MAES kwam nooit in Moorslede aan. Hij sneuvelde op 29 september 1918 in Passendale, slechts 3 à 4 km van Moorslede.

Hij werd op 4 oktober 1918 begraven in Passendale.

Zijn twee oudere broers Paul Frans en August MAES vragen op 10-12-1920 via het V.O.S. van Arendonk te Montzen de strijdersbegiftiging aan voor hun overleden broer Josephus. Paul Frans is tolbeambte te Montzen (Statie), een spoorwegstation langs de spoorlijn Tongeren-Aken, en August trambediende te Arendonk. 

Het Strijdersfonds heeft op 20-07-1921 uitgerekend dat de nabestaanden recht hebben op 46 maanden aan 75 frank = 3450 frank en 3 maanden aan 50 frank = 150 frank. Als de 300 frank familiebegiftiging afgetrokken zijn blijft er voor de nabestaanden 3300 frank over.

Josephus Jacobus MAES heeft recht op 6 frontstrepen.

Hij krijgt ook de onderscheiding van Ridder in de Orde van Leopold II (K.B. 10-12-1919).

Op 08-08-1924 doet de rechtbank te Turnhout uitspraak over het overlijden van Josephus Jacobus MAES. Het vonnis wordt doorgestuurd naar de gemeente Arendonk om zijn overlijdens akte over te schrijven in de registers van de burgerlijke stand van de gemeente.

Rijksarchief van België (voor zover online beschikbaar)
http://stiell.be/family.php?database=humo3_&id=F74217&main_person=I340448
https://www.wardeadregister.be/nl/dead-person?idPersonne=28242
https://files.warveterans.be/pdf/A40/20807.PDF
militair dossier
https://database.namenlijst.be/publicsearch/#/person/_id=CBA62AB1-EC5F-11D4-AAFC-F4722F4F2648
http://wo1dudzele.brugseverenigingen.be/JUWEELTJES/OMERWINTEIN

bidprentje Maes